Langsdraaien
Bij het langsdraaien beweegt de beitel in een rechte lijn naast het product. Deze techniek wordt vaak gebruikt voor het vervaardigen van kegel vormen.
Dwarsdraaien
Bij het dwarsdraaien beweegt de beitel zich dwars van het product. Deze techniek wordt vaak gebruikt om handgrepen en knoppen te maken. Het profiel verkrijgt hiermee een glad uiterlijk.
Steken
Bij het steken wordt er geen laag van het materiaal gesneden, maar wordt er een groef in het materiaal gemaakt. Het steken wordt niet in vloeiende roterende bewegingen uitgevoerd maar in schaven (steken).
Profieldraaien
Bij het profieldraaien wordt het profiel van de beitel overgebracht op het te bewerken materiaal. Hiermee krijg je met enkele schaafbewegingen het gewenste profiel op het materiaal.
Consudraaien
Bij het conusdraaien wordt er uit het materiaal een kegelvorm gecreëerd.
Kopieerdraaien
Bij het kopieerdraaien wordt er doormiddel van een sjabloon een vorm overgebracht op het te bewerken materiaal. Deze vorm van draaien is uiterst nauwkeurig.
Schroefdraadsnijden
Bij het schroefdraadsnijden wordt er materiaal verwijderd waardoor schroefdraad om de as heen kan worden gezet. Bij het draadsnijden wordt er een combinatie van de technieken steken en langsdraaien gebruikt.